Ik ben verdrietig en boos, ik voel me machteloos Mijn idealen sterven een voor een Ook al doe je je best, het helpt geen ene pest Het wordt maar steeds beroerder om ons heen
Soms denk ik: "Laat ook maar, vechten heeft toch geen zin Want wie vuil spel speelt, heeft bij voorbaat al gewonnen Je wint alleen nog maar met tanks en met kanonnen En tegen zoiets brengt geen zinnig mens iets in En als je wel vecht, vecht je tegen beter weten Er is allang geruisloos over ons beslist Het draait om macht, want macht is geld En dat bescherm je met geweld En wie niet mee wil doen, is gek of op z'n minst een anarchist"
Soms denk ik moedeloos: "Als ik nog vijftig word Zonder een oorlog of een gifwolk is 't een wonder Want volgens mij gaan wij al eerder naar de donder Is 't hele gekkenhuis al eerder ingestort" Dan word ik bang, slaat de paniek toe, wil ik vluchten Maar zoals Annie Schmidt al schreef: dat kan niet meer De toekomst is al haast voorbij, mijn laatste houvast dat ben jij Dat meen ik echt, ook als ik jou uit pure wanhoop soms bezeer
Want jij en ik, dat is waar We horen bij elkaar O God, dat hoop ik maar, jij en ik Er dreigt zoveel gevaar Maar we schuilen bij elkaar Jouw wang tegen mijn haar, jij en ik