Pa, wat jij me hebt geleerd, ben ik eindelijk haast kwijt 't Heeft twintig jaar geduurd, dus het werd tijd, Pa, het werd tijd Alle dingen die je stelde, alles wat je me vertelde Ieder oordeel dat je velde over mij en m'n gedrag En alle ruzies die we hadden, omdat ik je vaak verweet Dat je eigenlijk al dood was lang voordat je overleed En dat ik wel op zou passen dat ik niet zo werd als jij Dat mijn leven heel wat meer werd dan zo'n duffe grijze brij Pa
God, wat hebben we gescholden en wat maakte je je kwaad En wat vond ik je een lul, Pa, en wat heb ik je gehaat Om 't leven dat je leidde, ieder risico vermijdde Niet de moed had om te strijden voor een beetje meer geluk En je gewauwel over meisjes waar ik nooit mee trouwen zou Terwijl alles steeds mislukte tussen jou, Pa, en je vrouw En hoe jij jezelf steeds vaker in je kamertje opsloot Met je kerk en met je bijbel die jou ook geen uitkomst bood Pa
Jij werd zienderogen ouder, ook al wist ik toen nog niet Dat dat ook door mijn gedrag kwam, god, wat deed ik je verdriet Ik, die toch vooral je zoon was, die de parel aan je kroon was Die je onverdiende loon was, want je meende 't wel goed En het berouw komt vaak te laat, Pa, en het doet me dikwijls pijn Dat je toch nog bent gestorven voor we vrienden konden zijn Maar de tijd heelt alle wonden en ik heb zojuist ontdekt Ik ben nu zo oud als jij destijds toen jij me hebt verwekt
Toch is 't jammer, Pa, dat jij niet meer kunt zien hoe 't met me is En dat ondanks mijn gekanker ik je af en toe wel mis Want al vochten we vaak zeer en al ben je d'r niet meer Toch bedankt hoor, Pa, dat ik steeds nog van je leer