Elke zomer weer het zelfde liedje, het begon al in mijn kindertijd Elke zaterdag riep vader he dag Sam, `t word tijd dat je`tgras af rijd Al men vrienden waren aan`t genieten, van vakantie en het mooie weer En ik leip daar te zweten als een beek, ik dacht dit is de laatste keer
Wow, laat het gras maar groeien, laat het gras maar groeien laat het gras maar groeien, rijd het nooit meer af Laat het gras maar groeien, laat het gras maar groeien Nee ik rijd het nooit meer af
Al men vrienden reden met een brommer, en ik zei vader ik word nu 16 Krijg ik dan ook zo`n prachtig racemachien, Men vader zei we zullen zien Maar mijn moeder vond dat te gevaarlijk, ze zei ik heb iets veel beter gezien Dus op de tiende april viel ik omver, daar stond een turbo grasmachien
refr.: Wow, laat het gras maar groeien, laat het gras maar groeien Laat het gras maar groeien, rijd het nooit meer af Laat het gras maar groeien, laat het gras maar groeien Nee ik rijd het nooit meer af
En in de liefde was het ook niet alles, want alle meisjes waarmee ik begon Die hadden een voor een de zelfde droom, een huis met een immens gazon Ik dacht dat kan toch niet meer waar zijn, ik verhuis nog eens naar de woestijn Want iedereen loopt hiet met een grascomplex, en niemand luistert naar mijn refrein
refr.
Nee.
refr.
Men vader zij je moet karakter kweken, het wordt tijd voor een vakantiejob Bij K.V. Mechelen mag jij het gras afdoen, de hemel viel toen op mijn kop Na al die jaren ben ik allergisch, geen enkele doktor weet nog wat te doen Ja elke mens elke vogel elke vis, die zie ik nu voortaan in`t groen
refr.
Nee
Laat het gras maar groeien, laat het gras maar groeien Laat het gras maar groeien, rijd het nooit meer af Laat het gras maar groeien, laat het gras maar groeien Nee ik rijd het nooit meer af Nee ooh nee, ik rijd het nooit meer af