Als kind heb je de dood nog niet zo in de gaten Je hond die op een dag een beetje eigenaardig doet En 's middags met je moeder naar de dierendokter moet Wanneer je moeder terug komt wil ze even met je praten Wat zou dat nou toch wezen, een gezwel Maargoed ze heeft haar bij die dokter achter moeten laten En jij begrijpt het wel, nog wel
Als kind kun je de dood nog niet zo goed bevatten En als je oma dood gaat is dat een gebeurtenis Want iedereen verteldje dat ze in de hemel is Met god en engelen die zingen en met gouden schatten Daar is ze heel gelukkig wordt gezegd Ze is nou beter af dan dood alleen met haar twee katten En jij begrijpt het wel, niet echt
Maar al dat kinderlijk begrip verminderd zowiezo Wanneer die dood vanzelf weer eens geen afstand kan bewaren Je eigen vader of je liefste vriendje niet wil sparen En je mist ze zo
Inmiddels heeft de dood zijn vaste plaats gekregen In je bestaan, waarin je ook je eigen dagen telt Hij kijkt over je schouder als er iemand schrijft of belt Je komt hem in de kranten onder oerlijden tegen Soms drie keer in een week is hij er weer Verwacht of onverwacht, maar bijna altijd ongelegen En jij begrijpt het niet, niet meer
Bij oude mensen past het nog in het scenario Maar jinge mensen wenst hij ook al geen krediet te geven Je beste vrienden zelfs, lijken geen vrienden voor het leven en je mist ze zo Je hebt ze nog op foto's staan en soms op video Daar zie je ze nog lopen en daar hoor je ze nog praten Van sommige draai je nog bijna elke dag hun platen en je mist ze zo Niet eens zo erg of toch jawel, je mist ze zo