Met duizend liedjes in mijn kop Een ouwe gitaar met verroeste snaren Trek ik, god weet hoeveel jaren al Doorheen het vlaamse land
Van theater tot café, Ik heb ze allemaal mogen smaken 'k heb er vrienden kunnen maken Van maaseik tot aan de zee
Want ik was een snaak van 14 jaar Die verliefd was op een gitaar Die zijn haar heeft laten groeien En met de muze is gaan stoeien
'k heb veel gedronken en gevrijd Meestal achter de coulissen. 'k zal de vele liefjes missen Uit mijn vrijgezellentijd 't was vaak niet erg katholiek Maar ach wil het mij vergeven Dat ik eens heb durven leven Met het bier en met anniek
Want ik was een snaak van 18 jaar Die verliefd was op een gitaar Die zijn haar heeft laten groeien En met de muze is gaan knoeien
En of ik nu contesteer Of ik de mensen amuseer 't kan me allemaal niet veel schelen Als ze zich maar niet vervelen Want ik ben geen pacifist Die hier zijn wijsheid komt verkonden Geen profeet door god gezonden Geen vermomde communist
Ik ben gewoon een rare kwast Dolverliefd op een houten kast Ongekamd en ongeschoren Maar voor het geluk geboren