Als bakvis van zestien met de meisjes zo saam Was altijd m'n leuze De man van mijn keuze Dat moet er een zijn Met een heel mooie naam Het liefste nog Rudy En dan donker, of Harry Of Johnny maar dan blond Of wat denkt u van Larry?
Maar kom ik nu zo'n vriendinnetje tegen En ze vragen hoe heet ie? Dan lach ik verlegen
Want de mijne heet Piet, Piet Doodgewoon Piet En noem ik hem Pietro Dan antwoordt hij niet Geen Peter, geen Perry Dan heb ik zo'n herrie Hij zeg: al die onzin is goed voor een lied Dus noem ik hem Piet, Piet, Piet
Als wij 's avonds saampjes naar de bios toe gaan En we zien Ingrid Bergman Daar is die heus weg van En ik zie dan dat daar met een zoen wordt gedaan Wanner ze na zijn omhelzing kreunt: oh Johnny Dan denk ik: dat doe ik ook straks thuis met mijn honey Maar meestal rust op zoiets dan geen zegen Want kreun ik: oh Piet Dan valt het zo tegen
Want de mijne heet Piet, Piet Doodgewoon Piet En noem ik hem Pietro Dan antwoordt hij niet Geen Peter, geen Perry Dan heb ik zo'n herrie Hij zeg: al die onzin is goed voor een lied Dus noem ik hem Piet, Piet, Piet
Toch als ik mijn man nu eens heel goed bekijk En ik kijk in zijn ogen Die mij nooit nog bedrogen Dan ben ik met hem toch de koning te rijk En mocht ik dan ook eenmaal de vreugde beleven En een zoon, een stamhouder, het leven te geven Dan lijdt het geen twijfel hoe die zou heten Want lijkt hij op manlief, u mag het wel weten
Kijk dan heet hij heus Piet, Piet Doodgewoon Piet Want ach in zo'n naampje Daarin zit het hem niet Geen Peter, geen Perry Geen Harry, geen Larry Maar als die als pappie het leven beziet Dan noem ik hem Piet, Piet, Piet