Rillend in stilte het bloed gedrogeerd Hitte en kilte en weer niets geleerd Van het ijskoude poeder, half ijzer, half as Dat gloeit op de spiegel en glinstert als glas Hij vecht en ligt onder
Amsterdam weet daar buiten heel goed wat ze wil Ze ligt bleek en stil in het licht van de maan Wispelturig en wulps wenkt ze hem stil Hij leunt uit het raam en hij fluistert haar naam Er gebeurt niets bijzonders
Het meisje in bed is zo zacht als de lucht Ze biedt zichzelf aan maar hij was al gevlucht In drugs en softporno en burengerucht Ze geeft op en ze rolt op haar rug en verzucht Het gaat veel beter zonder
De heilige voorraad is nu bijna op Eén zielige sliert die vals krast op het glas Fel begeerd koudvuur vlamt ijs in zijn kop Het vlees van zijn neus is gerafeld als vlas Bloed vloeit eronder
Dan kust hij haar voorhoofd en neemt een besluit Genoeg is genoeg, ik ram het eruit Hij hoort dat ze twijfelt en aarzelend lacht Kom bij me in bed vóór het eind van de nacht
En dan gloort de morgen in tinten van hoop Roze en paars en traag stromend als stroop In de verte klinken de klokken In de verte rommelt de donder