Ik kwam die avond vroeger thuis Er brandde licht nog in m'n huis Ik dacht heel teder aan m'n vrouw: ze wacht op mij Ik stond verslagen in de gang Er waren stemmen, ik werd heel bang Ik hoorde wat m'n vrouw toen zachtjes tot hem zei Ga niet weg, ik heb je nodig, want ik hou nit meer van hem Na die woorden ben ik toen maar weggegaan Ik heb m'n auto weer gestart en ben gaan rijden met bonzend hart Hij zal nooit weten wat 'ie mij heeft aangedaan
refr.: Hij was m'n allerbeste vriend in m'n leven We deelden vreugde en verdriet met elkaar Ik zou hem alles wat ik had zo willen geven M'n huis, m'n auto en m'n geld, behalve haar
Verdoofd ben ik naar huis gegaan 't Licht, dat was al niet meer aan Ik ging de trap op, als een dief in de nacht Er was geen liefde en geen haat Ze zei, half lapend: "Wat ben je laat" Dat ze naast me lag, had ik niet meer verwacht Ik werd die morgen heel laat wakker Uitgeput en nog heel moe Er lag een briefje op 't kastje naast m'n bed Daarin stond: ' 'k Ga je verlaten. 'k Neem de auto en wat geld Bedankt, vaarwel, de koffie heb ik al gezet'