refr.: Waar is het theater van vroeger Met z'n pluche en z'n franje, champagne voor twee Met z'n harlekijns en balletten Met z'n dames en drama's en variete Met z'n helden en vedetten Met z'n klatergouden show Met z'n minnaars, z'n slanke soubrette En z'n tragische witte Pierrot
De jonge held, met fiere blonde knevel Sterft op de planken met z'n bordpapieren zwaard En spreekt in verzen zelfs tot aan het bittere einde En de schurk fluistert terzijde in zijn aangeplakte baard De hoge heren in de dure loges Zijn verliefd op de actrice tot en met En daarboven joelt het volk, dat op de richel Voor een stuiver alle plaatsen tot de laatste heeft bezet
refr.
Maar achter 't doek is 't altijd koppen tellen Komedianten vrezen steeds een lege zaal Want lege zalen, dat betekent lege beurzen Geen bezoekers en geen centen, geen applaus, geen avondmaal Maar al zijn ze van 't publiek afhankelijk Ze bespotten dat publiek maar al te graag En geen censuur weerhoudt een harlekijnstirade Als geengageerd theater voortkomt uit een lege maag
refr.
Is alles uit, en is 't doek voor't laatst gevallen Dan wacht het betere publiek een duur souper En de toneelgroep ruziet in een kil theater De soubrette van 't gezelschap is weer met zo'n rijkaard mee De harlekijn heeft zich weer fiks bedronken De karakterspeler maakt alweer een rel En met veek krakeel verdelen ze de centen En verdwijnen in de schemer van een armelijk hotel