In ieder dorp is een cafe waar vaste klanten komen Daar wordt gezellig uitgepraat en daar wordt ingenomen Daar drinken ze een glaasje bier of klare met een klontje En af en toe dan roept er een: Voor allemaal een rondje Allemaal, allemaal, allemaal, allemaal, allemaal een rondje
De bakker en de kruidenier die zijn daar vaste klanten En zij bespreken met elkaar de nieuwtjes uit de kranten En gaf de kruidenier vandaag inplaats een pond een pondje Dan maakt'ie 't 's avonds hier weer goed: Voor allemaal een rondje Allemaal, allemaal, allemaal, allemaal, allemaal een rondje
Men praat er over politiek en over landsbelangen En de minister kan z'n steek wel aan de kapstok hangen Voor hen is een atoombom maar een knikker met een lontje Het geeft een hele harde knal; voor allemaal een rondje Allemaal, allemaal, allemaal, allemaal, allemaal een rondje
Dat gaat daar al zo'n honderd jaar, dat werd nooit onderbroken En al het lief en al het leed dat werd daar wel besproken En soms ziet men er 's avonds laat een juffrouw met een hondje Dat tilt spontaan z'n pootje op; voor allemaal een rondje Allemaal, allemaal, allemaal, allemaal, allemaal een rondje
In de daagse sleurwoestijn is hier dan een oase Van, kom laten we vrolijk zijn van Pinksteren tot Pasen En is de veerman van het dorp gezonken met z'n pontje Dan zeggen ze: Hij rust in vree, dat was z'n laatste rondje Allemaal, allemaal, allemaal, allemaal, allemaal een rondje Allemaal, allemaal, allemaal, allemaal, allemaal een rondje