Ik zag Leentje de eerste keer, ze lag in het riet Ik zag Leentje de eerste keer, maar d'r kleren niet Ik zag Leentje de eerste keer, en toen zei ze: "Gut meneer" Dat was Leentje de eerste keer daar in het riet
refrain: O. o, o, dat gaat altijd zo-wo-wow O, o, o, dat gaat altijd zo
Ik zag Leentje de tweede keer in de bioscoop En we vreeen de tweede keer onszelf in de knoop Daar zei Leentje de tweede keer: "Een beetje vrijen doet geen zeer" Ik zag Leentje de tweede keer in de bioscoop
refrain
Ik zag Leentje de derde keer en ze was vol vuur Ik zag Leentje de derde keer in een ouwe schuur Ik zag Leentje de derde keer en ze had het heen en weer Ik zag Leentje de derde keer in een ouwe schuur
refrain
Ik zag Leentje de vierde keer, samen naar het strand Ik kreeg Leentje de vierde keer, en een lekke band En bij Leentje, de vierde keer, was het ook nog regenweer Ik met Leentje de vierde keer, daar op het strand
refrain
Ik zag Leentje de vijfde keer, en het deed me zeer Ik zag Leentje de vijfde keer met een and're heer Toen ik haar om de reden vroeg, zei ze: "Vier keer is genoeg". Ik zag Leentje de vijfde keer en daarna nooit meer