Waar het asfalt rijk gezaaid is en het stoplicht welig bloeit Waar de brommer en de fietser vrolijk met een auto stoeit Waar agenten staan te zwaaien als de bus klemt met de tram Daar wil ik het liefste wonen, daar waar ik ter wereld kwam
refrain: Wat een meemoed en allende, wat een kommer en een kwel Nergens kan je hier nog wonen als alleen maar in je vel
En zo ging ik met m'n Mina haastig in den ondertrouw Want een huis kun je niet krijgen als je aankomt zonder vrouw En toen naar het C.B.H. toe, ik tesamen met m'n griet Voor een handje formulieren, want een huis hebben ze niet
refrain
Formulieren is geen woning, en zo trokken wij alras In de kamer van d'r opa, die zojuist gestorven was Maar d'r oma kon niet slapen want ons bed piepte verdacht Als de astmapiep van opa, of die spookte in de nacht
refrain
Spoedig sjokten wij door straten, stiekem loerend door een ruit Waar een bruidegom heel knussies zat te wonen met z'n bruid Maar plots vonden wij een huisje, dat stond daar al jaren leeg En daar glipten wij naar binnen, als twee ratten uit een steeg
refrain
Maar het leed was niet geleden want daar kwam weer iemand aan Die 'r ons weer uit kwam gooien en het liever leeg liet staan Toen nog eens een hand brigades en een pantserpeleton En thans woon ik met m'n gade in een grote regenton