Ergens in een chique stond een pronkjuweel te koop 'n Dure glimmer van een auto met een inteligente pook Lokkend met z'n onderdelen van z'n super slanke bouw Kokketerend met z'n bumper, lonkend als een lichte vrouw
Een meneer uit Spijkenisse, Jan de Bruin, een zakenman Zag de glanzende verrukking en ontstak in vuur en vlam Deze wagen moet ik hebben, mijn colega's die staan paf Dit kan Jan de Bruin wel trekken, en van de belasting af
refrain: Ook een auto heeft een leven Met een hart onder z'n pook 't Werd 'm door de mens gegeven En weer afgenomen ook
En zo kwam de kar in 't leven, zoevend door 't hele land Mooie buitenlandse steden, van de hoed tot aan de rand In 't weekend opgewreven, zorgzaam in de was gelegd En zo vond die mooie wagen 't leven in 't geheel niet slecht
Maar een auto wordt snel ouder, ook al krijgt 'ie geen grijs haar Maar daar had je al een roestplek, en een deukie hier en daar En na twee jaar was het mooie er wel af, en geen pardon Kocht De Bruin alweer een nieuwe, en de slee werd ocasion
refrain
Maar hij stond er nog geen weekje of hij werd opnieuw verkocht Een employee uit de kantoorbranche was gelijk aan hem verknocht Elke morgen in de file, als een molenpaard zo sterk Met een sticker op de roestplek van z'n sjieke achterwerk
Maar de motor kreeg bronchitis, 's ochtends startte hij wat zuur Met een kuchie en een hoestbui, en een beetje trillend stuur Steeds meer dure operaties, maar 't hielp allang geen fluit Was z'n kuchie net verholpen, liep er weer een lager uit
refrain
De kantoorman die kreeg balen van 't gesukkel met z'n brik Het was niet meer te betalen, en verkocht 'm voor een prik Ome Karel uit de Steenstraat, zo gelukkig als een kind Spoot de hele wagen rose, want hij was wat kleurenblind
's Zondags ging oom Karel rijden, maar een porche kwam achterop En z'n kar moest van de weg af, ome Karel kreeg de strop Ergens in een sjieke showroom stond een pronkjuweel te koop Aristocratisch van geboorte, maar als einddoel toch de sloop