In een heel gezellig kroegie, zaten samen aan de kant Ome Arie en z'n zwager, met een pilsie in de hand Arie zei tegen z'n zwager: " 'k Wed met jou om een vat bier Eer het twaalf uur zal wezen is m'n Adriana hier"
" 't Ziet er uit dat je het mis hebt", riep z'n zwager om half een "We gaan tappen uit jouw vaatje, neem er zelf ook maar een" Maar een vat was wel wat weinig en een tweede werd besteld 's Ochtends, toen de kroeg ging sluiten, was het bier op en hun geld
's Morgensvroeg, om kwart voor tienen, Arie was weer bijna thuis Zag hij buurvrouw zitten grienen op het stoepie voor haar huis Ome Arie sprak: "He buurvrouw, zeg, verkeert ge soms in nood?" Snikkend sprak toen Arie's buurvrouw: "Adriana, die is dood"
"Ze is om elf uur overleeen, toen z'op weg was naar 't cafe Ze werd plotseling overreeen door een vent die te hard ree" Nu zit Arie in een klooster; hij denkt: Kwam de dood maar hier En als boetedoening drinkt hij alleen trappistenbier Alsmaar trappistenbier Steeds meer trappistenbier Veel meer trappistenbier Nog meer trappistenbier Alsmaar trappistenbier