Als je oud bent moet je in een heel groot huis Want je kinderen die willen je niet thuis Je bent arm, daarom zit je in klasse C In de voorkant in klas A daar tel je mee
Je krijgt een kanariepiet en 's zondags een sigaar En de kapper knipt in 1 minuut je haar Je kijkt naar buiten en je ziet niet eens de zon Want er staat een grote flat van grijs beton
refrain: In de C-klasse mag je dan klaverjassen Je eigen piepers jassen Maar de zon kun je niet zien In de C-klasse mag je nooit kleren passen Niet eens je eigen wassen Je zult wel zien
1 Keer in de week dan lees je een mooi boek Met grote letters want je leesbril is weer zoek En dan zit je eenzaam met je stil verdriet Hardop te denken aan wat jij eens achterliet
's Zondags komen de kleine kinderen op schoot En ze vragen "opa, jij gaat toch niet dood" Ik verberg dan mijn gezicht in krullend haar Van m'n kleinkind en ik denk "nog een paar jaar"
refrain
Als ik 's nachts soms wakker wordt van het kabaal Ja, dat kan, we zijn met veertig op een zaal En ik staar dan naar het donkerbruin plafond Vraag ik me af waarom m'n leven ooit begon
Aan m'n handen zit 't eelt nog van m'n jeugd Van 't harde werken, dat was toch een deugd "Arbeid adelt" zei m'n vader, die was wijs Waarom zit ik hier dan eenzaam, oud en grijs