In een eeuwenoud kasteeltje wonen Smurfen, al heel lang Ze zijn heel anders dan de mensen, maar ze zijn van niemand bang Ze spreken zo hun eigen taaltje, wat ze smurfen met elkaar Op hun hoofdjes kleine mutsjes, maar daaronder zit geen haar
refr.: 't Zijn de Smurfen die durven En pakken jou bij je lurven Als je niet gelooft dat ze leven en bestaan Wij zijn de Smurfen die durven Wij pakken jou bij je lurven Als je niet gelooft dat we leven en bestaan
Ze kunnen door een waterkraantje, maar ook door een sleutelgat Ze zijn veel beter dan een fakir, want ze smurfen op een keukenmat En is er onheil in de wereld, zijn ze er als de smurfen bij En op een dag; ben je verdrietig, maakt een Blijsmurf je weer blij
Heb je een Smurf in de smiezen, spreek dan ook de smurfentaal Het is nu tijd dat wij het leren, om te smurfen allemaal Ze zijn niet stout en niet boosaardig, daar zijn ze veel te smurfig voor Want een Smurf is heel aardig, want ze gaan voor smurfen door
Als ze op een blokfluit spelen, komt opeens de toverkracht Iedereen die gaat dan dansen, of je wil of niet, je lacht Op de pleinen en de straten is 't dan opeens groot feest Heel de wereld is veranderd, want de Smurfen zijn geweest
refr.
"Wij zijn hele kleine, lieve kereltjes En als wij iemand tegen komen dan nemen wij ons mutsje af En als wij op ons toverfluitje spelen dan gaat iedereen de straat op Dan zijn we blij en springen en zijn overal bij jullie En we lachen en we zingen, hahaha ha"