Ja, Ik ben in Rotterdam geboren
In een nest in 't Ouwe Noorden
Ik word in Orleans gelost
Ik ben een duif en ik vlieg post

Ik ben in Rotterdam geboren
In een nest in 't Ouwe Noorden
Ik word in Orleans gelost
Ik ben een duif en ik vlieg post

Ik ben altijd op de vlucht
Door een strakke blauwe lucht
Om mijn poot draag ik een ring
Opdat de melluker mij vindt
Mijn tortelduiffie dat zit thuis
Zij past op d'eier en 't huis
Zo vlieg ik terug van verre oorden
Naar mijn tering kouwe noorden

Als m'n Tillie vraagt om ei
Ben ik er als de kippen bij
Dan duik ik met haar in 't nest
En mijn zaad, dat doet de rest
Soms ga ik ook wel eens vreemd
Met een kievit of een eend
Met vreemde vogels in de koffer
O, ik ben zo'n geile doffer
Maar meestal krijg ik dan wel spijt
En krijg ik heimwee naar m'n meid
Want op m'n stok en in m'n til
Dat is alles wat ik wil

Roekoekoe Roekoekoe
Roekoekoe Roekoekoe-oe
Roekoekoe Roekoekoe
Roekoekoekoekoekoekoe

't Was in de buurt van Orleans
De jachtopziener heette Jean
Hij had een dubbelloops geweer
En hij schoot mij zomaar neer
Ik wist dat ik er nooit meer kwam (nooit meer kwam)
Op mijn nest in Rotterdam (Rotterdam)
Nu zit de weduwe alleen (weduwe alleen)
Lieve schat, waar is ze heen (waar is zij heen)
Een zwaluw heeft 't haar verteld
Dat haar man zo was geveld
Niemand kan het verdriet verwoorden
Van kleine Til, in 't Ouwe Noorden

Roekoekoe Roekoekoe
Roekoekoe Roekoekoe-oe (koekoekoe)
Roekoekoe Roekoekoe (ieh-ieh)
Roekoekoekoekoekoekoe

Til zat niet bij de pakken neer
Ze vond al snel een nieuwe heer
Een die bulkte van de poen
't Was een kale kerstkalkoen
Maar die vogel bleek een pooier
Nogal verslaafd aan drank en dooier
Hij schopte Tillie op de straat
Zij moest daar koeren, 's avonds laat
Ze liet haar eieren in de steek
Die sprongen open na een week
En haar kroost, dat viel ten prooi
Aan de kat van Kees de Rooy

Ja, Roekoekoe Roekoekoe (roekoekoekoe-oe)
Roekoekoe Roekoekoe-oe (roekoekoekoe-oe)
Roekoekoe Roekoekoe (roekoekoekoekoe-oe)
Roekoekoekoekoekoekoe (roekoekoekoekoe)

Til is nu een vieze del
In korte rok en jarretel
Ze gaat met grijze duiven mee
Voor een meiertje of twee
Haar laatste klant, dat was een gluiper
Een dove kwartel met een druiper
Die dook meteen met haar in bed
En heeft haar dodelijk besmet
Een katholieke kerkuil
Heeft haar gevonden, tussen 't vuil
En haar begraven met de woorden
"Je was de hoer van 't Ouwe Noorden"

Ja, Roekoekoe Roekoekoe (roekoekoekoe-oe)
Roekoekoe Roekoekoe-oe (roekoekoekoe-oe)
Roekoekoe Roekoekoe (roekoekoekoekoe-oe)
Roekoekoekoekoekoekoe (roekoekoekoekoe)

Roekoekoe Roekoekoe (roekoekoekoe-oe)
Roekoekoe Roekoekoe-oe (roekoekoekoe-oe)
Roekoekoe Roekoekoe-oe Roekoe Oi Roekoekoekoe
Roekoekoe RoeRoeRoeKoekoekoe
Roeroeroekoe Roeroekoekoe ...
Roekoekoekoe