‘d Haven van Gent is niet zoveel bezongenals Buenos Aires, London of New York al h’ en de Gentenirs altijd aangedrongen bij God Neptunus, den diene mee zijne vork om van Gent een wereldhaven te maken, maar Neptunus verstond ons tale nie. Daardeure is ‘t dat de Gentenirs al sinds eeuwen in d’ irde ploeteren aan n’en uitweg naar de zee. Daardeure is ‘t dat de Gentenirs al sinds eeuwen in d’ irde ploeteren aan n’en uitweg naar de zee.
‘t Begost al vroeg met het graven van de Lieve ne vaart naar ‘t Zwin al aan het Noordzeestrand. Tegen dat we daar mee spade en schupe kwamen had Neptunus het Zwin opgevuld mee zand. Tons maar naar ‘t Noorden met spade en kurtewagen recht naar den Braekman, een geule dichte bij Gent. Deur keizer Karel kregen we ons eerste sluize, midden in de polders genaamd “Het sas van Gent”. Deur keizer Karel kregen we ons eerste sluize, midden in de polders genaamd “Het sas van Gent”.
De Sassevaart was goed en wel gegraven de Gentse haven werd machtig rijk. Maar deur den oorlog tussen Geuzen en Spanjolen ging ons sluize toe, verging roemloos in het slijk. Vele oorlogen zijn op ons land gestreden Vlaanderen was ‘t slagveld van het kontinent. (2X) ‘d Haven van Gent werd daarbij dikwijls vergeten, toch hen wer iene kier geluk deure gekend.
‘t Was in den tijd van de grote Nederlanden, koning Willem was veur Gent nen chiquen tiep. Hij liet de Sassevaart verdiepen en deuretrekken tot in Terneuzen, het Terneuzens diep. Nu kosten zelfs de grote schepen binnenvaren, de Gentse haven kende rap nen nieuwe bloei. Ons onafhankelijkheid zou daar een eind aan stellen, door tseverij en politiek geknoei. Ons onafhankelijkheid zou daar een eind aan stellen, door tseverij en politiek geknoei.
‘t Kanaal was toe en veel potten gebroken, d’ Hollanders buiten uit katholiek Belgenland. En dat kost niemand op god Neptunus steken want heel d’ affaire was politiek aangebrand. Ach, ‘t is geschiedenis en allemaal lang geleden. Nu is’t kanaal open veur schier elken boot, zelfs ‘t luxejacht van Neptunus kan nu deure mee zijn gevolg zeemeerminnekkes borstjes bloot. Op de Gentse feeste kunnen w’hem luisterrijk ontvangen als de sluize van Terneuzen ons nie kloot.