De Controleurs
De zwarte controleurs van Gent
Die zitten zo bitter te klagen
Al zo een buize veur present
Als kontroleurs independent
Kunnen zij nie verdragen
De tjeefkes kwamen nu te gaar
Om onder malkaar te belezen
Hoe ze nu als martelaar
Ulder verdriet, ulder verdriet
Gingen genezen.
Wat een gejammer in de zaak, kwek, kwek, kwek, kwek.
Tussen die tjeefkes allemaal, kwek, kwek, kwek, kwek.
Ach, God van den hemel,wat schrikkelijken kemel
't is hier al rood of liberaal.
De president die maakt zijn kruis
En opent daarmee de séance
Ach broeders wat een felle buis
Die stroppendragers een zijn nie pluis
In Gent hen we geen chance
Alzo ne schup onder ons kont
Van negentienhonderd stemmen
Dat is voor ons geen klein affront
Dat es genoeg, dat es genoeg
Veur ons te stemmen.
Wat een gejammer in de zaak, kwek, kwek, kwek, kwek.
Tussen die tjeefkes allemaal, kwek, kwek, kwek, kwek.
Ach, God van den hemel,wat schrikkelijken kemel
't is hier al rood of liberaal.
De kwestie is zo ging hij voort
'k Zit mee duurbare plichten verlegen
Ge weet het al en g'hebt het g'hoord
We kunnen de raad, al moet hij voort
Zo nie buiten steken
Verschelde riep ik weet het al
Hoe we ze zullen vereren
Placeert ze op ne piedestal
Stel z'in ne groep, stel z'in ne groep
Mee broederkes kleren.
Wat een gejammer in de zaak, kwek, kwek, kwek, kwek.
Tussen die tjeefkes allemaal, kwek, kwek, kwek, kwek.
Ach, God van den hemel,wat schrikkelijken kemel
't is hier al rood of liberaal.
Maar Dok die riep, zeert uwen gang
Ze meugen geen broerkes verbeelden
De mensen worden veel te bang
Der zijn der al te veel in ’t gevang
Die mee kinderkens speelden
Dus maakt Van Daele inspekteur
Ofwel kontroleur van de mollen
En d'ander vier als kontroleurs
Op den tram, ja op den tram,
Dat ware een lolle.
Wat een gejammer in de zaak, kwek, kwek, kwek, kwek.
Tussen die tjeefkes allemaal, kwek, kwek, kwek, kwek.
Ach, God van den hemel,wat schrikkelijken kemel
't is hier al rood of liberaal.
Genoeg nu riep de generaal
Wij laten ons niet meer bespotten
'k Bedank u vrienden allemaal
'k En wil op gene piedestal
Hier staan veur lachters en zotten
Het spijt ons sprak de president
Dat' u niet wilt laten poseren
Maar 'k heb hier toch een klein present
Die ge alle vijf, die ge alle vijf
Niet kunt refuseren.
'k Heb hier veur elk ne schapelier, maar kijk ne kier,
maar kijk ne kier.
't Es ne kado van de kassier, och wat plezier,
och wat plezier.
Daarmee gaan de pijnen der klopping verdwijnen,
Tot over een laar of vier.