Hoe dikwijls he'k na al 't zuchte gestaakt gedichtjes geschreven en liedjes gemaakt d'onmeugelijkste dingen aaneengerijmd gedachte als puzzels tesame gelijmd om te geraken uit de verwarring van woorden
Hoelange zijn we nu al tuupe op stap de dage de jare ze gaan toch zo rap w'een alles geprobeerd en van alles gedaan altijd dezelfste bane gedaan toch hebben we niets van elkander verstaan
Mee veel goede wil kunnen we vrede sluiten al dat niet gaat dat smijten we buiten maar in ons hart daar blijft het koud omdat iedereen van zichzelve houdt toch sluiten we vrede en haten malkaar in stilte
'k Heb ook kinders en ze gaan ook naar school ze worde gekloot mee dezelfde brol en ge moet niet vrage waarom dat 't zo es dat behoort helemaal niet bij de les de meester es ook maar ne mens en hij moet ook leven
De verwarring es groot en ik zie ook niet klaar maar dat niet juist es dat wordt ik gewaar want de paster, de meester, de rechter, de raad zitten al in dezelfde straat daarom wordt er altijd nevens de kwestie gepraat
Om 't eindigen met mijn raar verhaal zoekt nu zelf naar de moraal wat dat ge moet zijn en wat dat ge moet doen om te blijve binnen 't fatsoen maar daarveure hebt ge mijn liedjes niet vandoen