Luistert vrienden pas maar op Alles staat op zijn kop Als ge van tijd een liedje durft te zingen Ook de merel weet dat wel De mens heeft truken in zijn vel Daarmee zit hij van hak op tak te springen.
Koning, meester rechter, baas Gebaar maar van krommen aas Een remedie tegen het lied Vindt ge op deze eerde niet.
Als ge zingt al op de markt Wel geen volk is er te kort Iedereeen staat te luisteren of te kijken Zingt ge over wat dat geschiedt Mee ne werkmens g'hebt subiet Ambras mee pasters, flieken of mee rijken.
Als ge gewone liedjes zingt En ze niet luid genoeg brengt Doen ze alsof ze niet en horen Zingt ge heel u keel kapot Over waarheid en gebod Gebt weer ambras want tons stoort'de geburen.
Als 't volk mijn liedjes geren hoort Van hier tot aan de Brugse poort Tons hebt ge al d'artiesten op mijnen nek Kunst es niet veur de werkmens Want die heeft veel te weinig cens En 't volk moet weer aan 't kortste eindeke trekken.
't Volk zong over honderd jaar Van koevoet en van 't zwart gevaar Over misere, koude en geen eten De politie wist tons nog niet Dat ge als ge een lied verbiedt Het blijft bestaan, dat han ze moeten weten.
Als ge de politiekers hoort De waarheid zwijgen als vermoord Want straks moeten wij weer veur ulder kiezen Maar pasters, meesters, rijk gespuis Straks komt er weer grote kuis En maakt nu maar al rap ulder valiezen.