k Ben al zo lang op weg geweestAl meer dan duizend jaren Ik ben al overal geweest Alle zeeën bevaren En waar dat 'k zie en waar dat 'k kijk Het zijn dezelfste dingen Van koninginnen en koningen Wat kunt ge daar nog van zingen
Ik peize zo al bij mijn eigen 'k Ga ulder een liedje maken Maar ik sta hier en gij zit daar 't Kan ulder toch niet raken 't Is al gelijk wat dat 'k hier zinge Is 't lelijk of is 't schone Al is 't voor 't geld of veur 't sukses Dat zal mij toch niet lonen
Maar toch ga 'k voort al met mijn lied Al was 't maar veur het zingen Al was 't maar veur 't plezier van 't spel En 't kijken naar de dingen Van hij en zij en ik en gij Van gisteren en van morgen Van groot en klein, van rijk en arm Van vreugde en van zorgen
En als mijn lied u niet bevalt Ge moet er niet naar horen De wereld die is groot genoeg 'k Kan der mij niet aan storen Als iedereen zijn liedje zingt Dat ware toch wreed schone Gelijk vogels al in enen boom In alle mogelijke tonen
Da ware gelijk in 't paradijs Maar niet in dat van morgen Ook niet in dat van later En ook niet in dat van boven 't is hier en nu en overal Allene of te samen Maar dat komt niet door u of mij Iedereen moet daar zelf veure zorgen