Hij draagt in zijn vaandel de twijfel Zijn stap is zo zaar als zijn grond En al wil hij bewegen, hij blijft wel Op de plaats waar hij gisteren al stond Hij laat zich gelaten beladen Door de 'wijzen' van boven de dijk Die gal spuwen zonder genade In naam van Het Grote Gelijk Hij haast zich langs straten en pleinen Vernederd, een eeuwigheid lang Nooit met zichzelf in het reine Voor alles en iedereen bang Vooral bang om toch eens te tonen Dat men buiten de grenzen eens ziet Dat hier vijf miljoen Vlamingen wonen In dit vaak zo verguisde gebied Verscheurd tussen platvloerse argwaan Egoisme en eigenbelang Blijven stokers en leugenaars doorgaan Hun haat maakt de twijfelaar bang Dan zijn er die andere milities Aan de overkant van de muur Die dwepen met vreemde tradities Maar ze beschimpen hun eigen cultuur En toch is het nog niet verloren Al heeft men zo vaak al getracht Dit land in zijn ziel te vermoorden Zijn taal en zijn mensen verkracht Toch gingen er mannen en vrouwen Koppig en stil in 't verweer En wie weet, met wat flarden vertrouwen Gebeurt het ook deze keer weer Misschien gaan onze ogen weer open Zien wij het teken dan toch aan de wand En leren wij hopen en bouwen En wil men vooruit met dit land Een land waarin plaats is voor velen Voor wie hier een thuishaven vond En bereid is de toekomst te delen Op dit zo verscheurd, klein stukje grond