TOEKANG BETJAK 'k Wou dat ik thuis was Met koffie toebroek Lekker droog luisterend Naar hoe buiten de regen valt Op het atap dak Van ons huisje Terwijl Onah 't eten Voor vanavond klaarmaakt Waar moet de njonja naar toe O ja, naar Djalan Sumatra Wadoe, da's nog een end weg Maar 't is met die regen gelukkig koel trappen Toch zal ik straks eventjes af moeten stappen Want een wiel lijkt wel pejot, zeg
Kijk die regendruppels spetteren Op mijn linnen dakje kletteren Djepret, djeprot, djepret, djeprot Hoor ze teroes door maar vallen Duizend kleine glazen ballen Djepret, djeprot, djepret, djeprot
PASSAGIERE Ik zit lekker in een huisje 'k Voel me knus als een klein muisje Regen, regen Ritselt zachtjes door de spaken Ruisend door de zilveren spaken Die druppels vermalen Op de daken Door de spaken Op mijn dakje spat de
TOEKANG BETJAK (door passagiere) Straks als ik thuis kom Zal ze het eten ('k Hoop dat er ikan pedah is) Al voor me klaar hebben staan Zullen de kinderen rumoeriger zijn Want ze kunnen nu immers niet Naar buiten de straat op gaan We zullen de lampoe temploh Lekker aandoen en dan Heerlijk samen nog een tijdje ngobrol 't Is met die regen gelukkig koel trappen Toch zal ik straks eventjes af moeten stappen Want mijn linkerpedaal lijkt wel dol
PASSAGIERE (door Toekang betjak) 'k Zal hem straks wat extra's geven In die plensbui, wat een leven Regen, regen Speelt een duizendvoudig gamelan Die wordt bandjir, hoor toch die oedjan Ze maakt er een pot van Op de daken Door de spaken Op mijn dakje spat de