Ik wil vertel van avontuur Betoel hij is geschied Een meisje blank, zo wit als muur Wah, bingoeng als je haar ziet Ik dank wah maar, ik wil met haar Ik voel mijn hart klop hier Maar met mijn smoel als ouwe lel Durf niet te roep kom hier
En zij loop, plok, plok Die schone maagd, die schone maagd Misschien zij wil met mij op stok Als maar gevraag, als maar gevraag Maar mijn smoel die ouwe lel Moeloet trembel, moeloet trembel Ik durf niet zeg, kom hier Tegen dat lieve dier
Zij lacht mij uit, hihi, haha Zij denk ik altijd bang Maar ikke ben toch wel branie Verlehen, maar verlang Op Glodok stoute schoen gekoop Ik ben toch mooi bliksem En als ik strakjes naast haar loop Adoeh, mesem mesem
En ik loop naast haar Op de weg, op de weg In haar oog ik door maar staar Wah lekker seg, wah kekker seg En zij seg, adoeh meneer Wat een eer, wat een eer Kom, laat ons naar jouw ouwe heer En vragen jou mijn vrouw
Visite bij de ouwe heer En wat hij seg, ik doet Maar smeerlap seg, hij wil niet meer Hij schel mij uit voor goed Massa, hij is een vrome vent Hij vraag of ik wel bid Ik seg, natierlijk ja, meneer Als ik op spaarbank zit
En die ouwe, seg Hij schel mij uit, hij schel mij uit En hij jaag mij naar de weg Als een schavuit, als een schavuit En ik loop maar gauw heen Heel alleen, heel alleen Ik wou hebben zijn dochters hand Krijg niet, ik heb het land