Als ik weer eens overhoop lig met het heden Vind ik bij een bitter kopje koffie troost Door te denken aan een zonniger verleden Aan mijn zoete kinderjaren in de Oost Toen ik onder altijd groene klapperbomen Nog van tropische verrassingen genoot Onbekommerd, opgetogen en volkomen Zonder dat een zure dokter het verbood
Adoe, adoe, adoe, adoe Ongol ongol en een plakje spekkoek toe Boeboer asem, boeboer soemsoem, boeboer santen En een keur van zoete kwee varianten Adoe, adoe, adoe, adoe Al die zoetigheid werd mettertijd taboe Maar ik zal die mooie jaren nooit vergeten Toen ik alles nog mocht drinken en mocht eten
Tegenwoordig moet ik overal op letten En het meeste moet ik domweg laten staan Maar door in mijn hoofd de klok terug te zetten Kan ik mij soms nog een beetje laten gaan Met mijn baboe nog eens zoete broodjes bakken Die dan net als vroeger smeerprop voor mij maakt En dan proppen tot mijn wangen ervan plakken En ik weer voor weken weet hoe smeerprop smaakt
Tabe, tabe, tabe, tabe Mijn herinneringen nam ik met me mee Naar dit land van calvinisten en van grachten Waar mij ouderdom en diabetes wachtten Tabe, tabe, tabe, tabe Al het zoet van toen verdween van lieverlee Van Javaanse suiker werd het sacharine Ach, mijn Idie, mijn mooie Insuline
"Adoe, die lekkere onde onde met katjang idjoe erin, roze kwee lapis, groene kwee boegis, witte nogosari met pisang d'r in, apem, bruine, gele, roze kwee mangkok, kolak, tape, asemkoekjes, mmmm Zoete tjendol, dawet, rozenstroop, stroop soesoe, dadar manis, ting ting djahe, en groene klepon met geraspte klapper d'r omheen, als je 't eet spuit de goela djawa zo tjrrrt... in jouw mond... adoe heerlijk!"