'k Was boos op jou, triest en ongenadig Ik was je kwijt, ik gaf 't eerst niet toe Een uitweg had ik niet, je was weer zo onhandelbaar baldadig Nu zit ik hier en pieker: waar moeten we naar toe 't Maakt me in de war, 't maakt me moedeloos en moe
Ik schrijf maar wat en geef de kat te eten En onbewust vertrouw ik op de tijd Wat ik daarnet bedacht, ben ik seconden later weer vergeten Moet ik nu blij zijn of is 't juist weer droef Is dit dan soms de kuil die jij zo vaak voor and'ren groef Soms ben ik te fel, mijn woorden veel te agressief Dan zijn de misverstanden niet meer van de lucht Tenslotte hadden we 't fijn, je doet wat water bij de wijn Da's beter dan een overhaaste vlucht
Was 't de mist of die wilde vlagen Was 't de storm of juist de blauwe lucht Waar zit je al die tijd, ik heb je nog ontzettend veel te vragen Wat wil je dat ik doe, ik wou maar dat je zei Waar 't op staat met jou en mij Of is 't feest alweer voorbij
Nu al een week, al die lege uren 'k Zie je nog staan, je koffer in je hand Toen dacht ik bij mezelf: Veel meer dan een paar dagen zal 't niet duren Zo koppig is geen mens, je weet dat 't me spijt Alle verwijten die ik had was ik die avond al weer kwijt Ik ben zo ongerust, pas asjeblieft goed op jezelf Zorg dat je eet en slaapt, blijf niet te lang verborgen Vergeet de tandarts niet vandaag, je moest nog bellen naar Den Haag En de verjaardag van je vader, overmorgen