Ik ben eens opgetreden voor het Nut van 't Algemeen Dat was in 't hoge Noorden, het was in Wollemerveen De avond werd gegeven in het oude Nutslokaal De voorzitter sprak eerst, hij zei: "We zijn er allemaal" Daar zaten de notabelen op het rijtje vlak vooraan Daar dokter Douma en zijn vrouw, daar dominee Verbaan En daar de wijkverpleegster, dat was zuster IJbel De veearts en daarnaast hem zat ook nog het hoofd ener School met de Bijbel En daar de personeelschef van de appelstroopfabriek En juffrouw Tuttebaas zat daarachter, helemaal op chique Ik ging dus maar beginnen met een grapje en ze keken Alsof ik daar godslasterlijke taal stond uit te spreken Ik had 't gevoel of alles wat ik zei ontzettend goor was En of ik 't ene pornoboekje na het and're voorlas Ik sloofde me zo uit, maar oh, ik merkte het meteen Ze willen me niet in Wollemerveen Ze willen me niet in Wollemerveen Ze willen me niet Ze willen me niet Bij het Nut van 't Algemeen
De oude dames Roelfzema die keken naar m'n handen Ze vreesden, en ze hoopten ook dat ik hen aan zou randen Hoe meer dat ik m'n best dee, hoe zwaarmoediger ze keken Ik werd zo zenuwachtig, ik ging aldoor sneller spreken Ze keken me zo aan met van die lange houten smoelen Ze dachten kennelijk: he, wat zou die jongen toch bedoelen En in de pauze sprak ik nog een poos met zuster IJbel En ook nog even met het hoofd ener School met de Bijbel We spraken tien minuten over 't Kankerfonds en tumor Toen was de pauze om, en ik ging verder met m'n humor Ik deed mijn conference maar ik dacht wanhopig: neen Ze willen me niet in Wollemerveen Ze willen me niet in Wollemerveen Ze willen me niet Ze willen me niet Bij het Nut van 't Algemeen
En sindsdien droom ik elke nacht opnieuw van Wollemerveen Dan baad ik in het zweet, ik trek de dekens om me heen Daar zitten de notabelen en kijken me vuil aan Ze zitten in het Nutslokaal en dreigen me te slaan Ze dringen op naar 't podium, nee dominee Verbaan O nee, notaris Troelsema, oh, alsjeblieft niet slaan De wijkzuster komt met een mes, genade zuster IJbel Het hoofd ener school staat achter me, en slaat me met de bijbel De veearts komt met een verlostang op me af gestuwd Ik word door de personeelschef in de appelstroop geduwd In doodsangst word ik wakker, help, oh help me allemaal Ze willen me verzuipen in het Wollemerveenkanaal Daar sta ik dan met kletsnat haar In mijn pyama op het trottoir En huilend blijf ik zitten op m'n stoepie en ik ween Ze willen me niet in Wollemerveen Ze willen me niet in Wollemerveen Ze willen me niet Ze willen me niet Bij het Nut van 't Algemeen