Jij bent die man die alsmaar door ons huis liep Die bij ons douchte, sport keek, tafel dekte Die vaak bij moeder, soms in een fauteuil sliep Het schijnt dat jij 't ook was die mij verwekte
Maar ook al ben ik voor de helft jouw genen En zijn we bloedverwanten voor de wet We hebben niets gemeen dan 't algemene Baardgroei, okselzweet, skelet
Vader, met je volle leraarstas Vader, steeds geliefd bij elke klas
Voor jou geen poëzie en geen piano Geen snelle grap en liefst ook geen debat En als het toch moest, dan met de diepgang van een kano Geen platitude was jou ooit te plat
Vader, steeds die zware leraarstas Vader, zo geliefd bij elke klas
Natuurlijk, je hebt veel te dikwijls vergaderd Als vader gefaald, want amper gevaderd Maar stel, stel dat je 't helemaal anders gedaan had Hoe dicht zouden wij elkaar dan zijn genaderd?
Dat jij niets gaf, daar valt wel mee te leven Dat heb ik als verliespost afgeboekt Maar waarom ben ik toch al die tijd beleefd gebleven En heb ik jou niet schreeuwend stijfgevloekt?
Vader, ik mis je, ben ik bang Vader, ik mis je Al mijn leven lang