Nadat de islamieten inderhaast Maar zo te zien niet werkelijk verbaasd Hun biezen hadden moeten pakken Toen vierden wij een overwinningsfeest Ons landje was té lang té vol geweest Met religieuze maniakken
Besneden extremisten Bron van burgertwisten Potentiële terroristen Ach ze waren hier wel, maar Wij zijn liever onder elkaar
De daklozen en illegalen kraakten De leeggekomen huizen, en ze maakten Een godvergeten teringbende van zo'n wijk De maat was vol. We sloegen ze elk pand uit En joegen ze de stad uit en het land uit Zo redden wij ons koninkrijk
Luie profiteurs Uitkeringsfraudeurs Zo iets inferieurs Ach, ze waren hier wel, maar Wij zijn liever onder elkaar
Nadat we alle junks en criminelen En praktiserende intellectuelen Verscheept hadden naar fraaie oorden In 't weidse Noorden
Nadat ook de Chinezen en Hindoestanen De zwarten en de Oost-Europeanen Verhuisd waren naar waar ze hoorden Het groene Noorden
Nadat de homo's en de marxisten Milieufanatici en veganisten Gehuisvest waren waar ze niemand stoorden Het verre Noorden
Toen klonk opeens in 't Gronings, Fries en Drents In 't Russisch, Pools, Chinees en Papiaments Eén primitieve kreet: ten strijde! Daarop is die vijandelijke horde Uitzinnig van bloeddorstigheid geworden Een oorlog was niet meer te vermijden
Oproerkraaiers Dood- en verderfzaaiers Landverraaiers, matennaaiers Ach, ze waren hier wel, maar Wij zijn liever onder elkaar.
Er werd van Roodeschool tot in de Randstad Gemoord, verkracht, gefolterd en gebrandschat Tenslotte overwon het kwaad We zijn gevlucht, naar 't zuiden, naar de grens Maar hoorden daar dat België geen mens Als vluchteling het land in laat
Ver van huis en haard Vogelvrij verklaard Vijandig aangestaard Door die Belgen, die ons wel kennen, maar Zij zijn liever onder elkaar