Zeg weet je nog van Kobie Die altijd langs kwam fietsen En altijd zwaaide, ja dat deed ze We hoopte elke keer Maar op wat winderig weer Want Kobie die had benen die er mochten wezen Ik vond haar grandioos Ja net een wilde roos Ik vond haar meer een wilde orchidee Maar hoe je d'r ook noemen wou Oh we stonden allebei in de kou Want Kobie zei op alles: nee nee nee
refr.: Want Kobie had kuren Dat was voor ons wel triest Maar Kobie zag niks In een aankomend artiest En daarom nam Kobie Niet jou en ook niet mij Maar nam ze een gozer Met een runder Met een runder Maar nam ze een gozer Met een runder- en varkensslagerij
Laatst waren wij bij Kobie We stonden in d'r winkel Ik kocht een worst En ik twee blinde vinken We keken eens naar haar En toen 'ns naar elkaar En ging daarna samen gauw een borrel drinken Ik keek wat wezenloos Ik zag geen wilde roos Mijn wilde orchidee leek nou op niets Want als je d'r nou langs ziet gaan Dan is daar niets bijzonders aan Gewoon een dikke dame op een fiets
refr.
En daarom nam Kobie Niet jou en ook niet mij Maar nam ze een gozer Met een runder Met een runder Maar nam ze een gozer Met een runder- en varkensslagerij