Ik kom zojuist van de begrafenis vandaan M'n tante Bet is doodgegaan Het lieve mens is nog geen tachtig jaar geweest En van de week gaf zij plotseling de geest En daar mijn tante Bet goed in de spie-en zat Huilden wij, zo u wel vat En de hele familieschaar was present nou reken maar En wij hebben heel gezellig met elkaar
Tante Bet met alle eer begraven Het was een dag van eten en van laven Er was haring, broodjes, bitter, catz en bier En plezier en vertier 't Huis zat vol met kennissen en buren En toen is Hein 'n harmonica gaan huren Er is gehuild en gezongen, maar wij waren lekker vet Op de begrafenis van ouwe tante Bet
Tante Bet die was bekend in heel de stad Zij had vijftien jaar een zaak gehad Zij handelde in groenten en in fruit Ouwe Bet die zag er altijd jofel uit Toen de notaris over de erfenis begon Sprak hij: "Vrienden, er is een ton" Piet de Neus riep plotseling: "Stik" Jans kreeg een beroerte van de schrik En manke Janus zei: "De erfgenaam ben ik"
Piet de Neus die ging de kraaien halen Om tien uur 's avonds want men kon betalen Er waren twaalf kraaien dra gehuurd Want tante Bet werd 's nachts gebuurt Ja, om drie uur op de groentemarkt Werd bekendgemaakt dat Bet van Strak 's Avonds goed en wel naar bed toe was gegaan En dat zij 's morgens toen dood is opgestaan
Zo hebben wij haar juist begraven met veel eer Wij lagen bloemen bij haar neer We gooiden allen een schop zand nog op de kist En toen begon voor ons de pret beslist We namen de kraaien mee Die hun best hadden gedaan Zo zijn wij weer naar huis gegaan Schele Jans vond het zo saai Maakte een twostep met een kraai En bij de harmonica zong tantes papegaai
En 's avonds laat zag je de dronken kraaien Heen en weer door de Jordaan heen zwaaien We zongen, door de jenever lekker vet: Lang leve onze tante Bet Zij heeft de hele poet ons nagelaten De neven en nichten zongen: Leve de legaten Met een knokpartijtje eindigde de pret De begrafenis van ouwe tante Bet