Vroeger was de wereldbol een kale woesternij Met alleen een hele grote zee Toen kwamen er de bomen en de planten ook nog bij Maar dat is al lang gelee De vissen in het water, de dieren in het bos Een grote krokodil en de ezel en de os Toch was de schepper niet tevree, het was z'n grootste wens Hij schiep een god, de eerste mens
Hij gaf dat ding twee ogen en een neus en een mond Twee benen om te lopen op de grond Twee oren om te luisteren naar wat een ander zegt Naar het goed en naar het slecht Twee knieen om te buigen en een mooie kop met haar Een duim om op te zuigen, en nog was 'ie niet klaar Twee armen om te werken en aan elke kant een hand Toch had dat ding nog steeds geen verstand
De schepper wist toen ook nog niet wat hij had aangericht En wat 'ie al die tijd had klaargestooft Hij keek eens extra lang met wijze blikken naar 't gezicht En dacht: "Wat doe ik boven in dat hoofd?" Twee knieen om te buigen en een mooie kop met haar Een duim om op te zuigen, en nog was 'ie niet klaar Twee armen om te werken en aan elke kant een hand Toch had dat ding nog steeds geen verstand
Toch had dat ding nog steeds geen verstand Toch had dat ding nog steeds geen verstand