Haar stem had ik vroeger al dikwijls gehoord Ik was nog een groene kwajongen Toen zij, als een stralende radio-ster De schlagers van toen heeft gezongen Die stem was zo lokkend, zo lief en zo zacht Da 'k niet aan m'n thema's kon werken... Ik was nog te jong voor het liefdegevoel Te oud om er iets van te merken...
Chansonniere met je zacht-fluwelen stem Allereerste jeugdsensatie van m'n leven... Sinds jij kwam in mijn bestaan Was 't met m'n rust gedaan Want, ik wilde als een man m'n leven geven!
Ik knipte je foto's uit iedere krant Geen uitzending liet ik voorbijgaan En als je een week in de schouwburg optrad Ging 'k iedere dag in de rij staan M'n ouwelui schudden meewarig 't hoofd En zeiden, dat ik me moest schamen Maar 'k schreef je een brief onder scheikundeles En zakte dus voor mijn examen...
Je schreef me terug: Kom es aan in m'n flat Dan kunnen we samen wat praten... Dit wonder droeg ik dag en nacht op m'n hart En ik liep half verdwaasd door de straten! Ik stapte gewichtig een kapperszaak in En gaf het bevel mij te scheren! Maar 'k snapte de kapper niet goed toen-ie zei: Pardon?... O, juist... Ik zal 't proberen
Ik stond met m'n bloemen nerveus voor de deur Waar 'k al zo dikwijls langs was gelopen... Ik beefde en schrok bij de klank van de bel! NU ging dus het paradijs open! Toen klonk er een stem van een vluchtende schim Die even m'n oren deed schallen: "Wie belt me verdomme zo vroeg uit m'n nest!?" ... Ik heb toen m'n boeken laten vallen...
Chansonniere met je zacht-fluwelen stem Allereerste desillusie in m'n leven... Ongeschminkt in je peignoir Met die pennen in je haar Was voor mij alleen maar radio-stem gebleven!