refr.:
Spoel maar van binnen met brandewijn
Weg zijn je vlekken, geen centje pijn
Alles wordt stralend, weg is 't grauw
Alleen m'n zuster is half blauw

M'n zuster krijgt d'r wasgoed niet meer schoon
Ze zit vooral met die choc'ladevlekken
De witte was, de wol maar ook 't bont
Ze houdt maar van die moeilijke plekken
De buurvrouw van m'n zuster gaf 't zelfde geluid
Ze waste zich de zenuwe, de vlek ging er niet uit
En vuile vlekken in de was, dat is een vies gezicht
Vooral tegen 't licht

refr.

M'n zuster krijgt d'r wasgoed niet meer zacht
En wat ze doet, ze komt d'r maar niet achter
Maar oma zei: "Dat had ik wel gedacht
Je wast met de verkeerde wasverzachter"
De buurvrouw van m'n zuster, die een dagje ouder wordt
Gaat elke keer wat krimpen want haar truitje is te kort
Het kleine wasje, hup, dat gaat d'r even tussen door
En wij zingen in koor:

refr.(2x)