Zijn vrouw lag in haar bed te wachten Haar man was naar het feestje van de bank Zij was heel diep in gedachten Zij rook alvast zijn kegel van de drank Ze wist hoe hij in een minuut zou slapen Hij zou niet merken dat zij naast hem lag Hij zou nog een keer boeren, een keer gapen Want morgen was het weer vroeg dag
Haar handen speelden langs haar lichaam Ze lag daar in het grote bed zo naakt Haar handen streelden heel haar lichaam Hij had haar al zolang niet meer aangeraakt Zij dacht aan toen, aan al die mooie tijden Wat was hij een aantrekkelijke man Ze dacht nu al weer zo lang aan scheiden Maar nee, nee, nee, wat moest ze dan
Zo'n scheiding zou ze nooit kunnen betalen Ze piekerde de hele lange nacht Ze kende van vriendinnen de verhalen Hij had haar volledig in haar macht
Toch heeft ze de beslissing toen genomen En is twee maanden later weggegaan Heeft in de stad een karig onderkomen En u begrijpt al waarvan ze moet bestaan
Het feestje van de bank liep uit de hand Een collega stond weer stomdronken te bellen Hij zocht de telefoonnummers in zijn ochtendkrant En hij zei: "Spreek ik met Huize Ellen"
Hij is die avond in haar bed gekropen Zonder fikse geeuw en zonder boer "Werk jij hier?" vroeg-ie straalbezopen En zei toen: "Vuile hoer..."