Mijn Nazi's waren zelden blonde helden Integendeel, juist akelig gewoon Lulletjes die vielen op vertoon Ambtenaartjes die zich lieten gelden Verwen zo'n kleine windbuil Hij groeit uit tot een tyfoon
Het is voor ieder mens wel even schrikken Dat eerste lijk, dat eerste massagraf Gelukkig raakt het nieuwtje er weer af Want u en ik, wij weten ons te schikken En als de misdaad groot genoeg is Vrezen wij geen straf
Iedereen kan babyhoofdjes pletten Het nekschot wordt routine na een week En ieder die daar iets te lang naar keek Werd besmet en kon zich niet verzetten Moord als almacht, moord als ambacht Bloeddorst die op vrijheid lijkt
Het spijt me soms dat ik ooit leerde lezen En niet op tijd m'n boeken heb verbrand Ongevraagd in gruwelen gestrand En niet meer van de waarheid te genezen Dat juist de sukkels vrolijk zijn Zoiets ligt voor de hand
Zalig zijn degenen die niks weten Wat zou je soms graag blind zijn of doofstom Het is gebeurd en niemand weet waarom Pas achteraf herkennen wij profeten Films en boeken, tweedehands verdriet De doden blijven dood