paarsrode plekken van de wijn van gister staren je aan van het tapijt van deze morgen, deze middag wit verstrooid zout probeert te bedekken welke vlekken je op je ziel maakte met de wijn van gisteravond, gisternacht
je moest nog één keer naar de nachtwinkel nog één keer naar de nachtwinkel een keer naar de nachtwinkel
eén keer kan geen kwaad, want één keer is de laatste, dus laat ze maar praten, wat weten zij er nu helemaal van? en ik heb ze trouwens toch niet nodig, dus laat ze maar kletsen ik weet wat het beste voor me is. Ik hoor ze al zeggen:
geef je niet over, geef je niet over laat je niet vallen, laat je niet vallen geef het niet op, je bent bijna boven probeer te geloven en ban die duivels uit je kop.
de post van vorige week, en de afwas van een maand de hoeken van je mond, je lippen en je tong, de kurk de lege fles alles wil drinken, alles wil drinken alles wil drinken, behalve jij.
je moet nog één keer naar de nachtwinkel nog één keer naar de nachtwinkel eén keer naar de nachtwinkel
geef je niet over, geef je niet over, laat je niet vallen, laat je niet vallen geef het niet op, je bent bijna boven probeer te geloven en ban die duivels uit je kop
je gaat nog één keer naar de nachtwinkel de laatste keer naar de nachtwinkel nog één keer in de nachtwinkel.