Ik zie ze lopen door de regen de zon schijnt in hun hart weliswaar winter maar ze smelten twee mensen een liefdespaar ze hebben nog niet in de gaten geen van hen die het einde ziet ze zijn nog tot over de oren en ze weten het nog niet
Dat het anders wordt Dat het anders wordt Dat het niet altijd zo blijven kan Dat het minder wordt Dat het minder wordt Nog maar even Dan alleen nog Houden van
Thuisgekomen nog steeds samen zij in de douche hij kookt Hij steekt kaarsjes aan op de tafel Met een handdoek wrijft zij zich droog Hij doet het voor haar zij doet het voor hem Hij vraagt ben je al bijna klaar En zij antwoordt met haar liefste stem en gelukkig wist ze maar
Dat het anders wordt Dat het anders wordt Dat het niet altijd zo blijven kan Dat het minder wordt Dat het minder wordt Nog maar even Dan alleen nog maar Houden van
Ik heb mezelf ooit zo zien lopen Ik heb zo in de keuken gestaan We hadden de tijd van ons leven we dachten dat die nooit over zou gaan We hadden nog niet in de gaten geen van ons die het einde zag we waren nog tot over de oren maar weten nu er komt een dag
Dat het anders wordt Dat het anders wordt Dat het niet altijd zo blijven kan Dat het minder wordt Dat het minder wordt Nog even nog even Dan alleen nog maar Houden van