voor het huis van je ouders bij de poort van je oude school heb ik je gezocht en in het park waar we zaten urenlang rondgedoold
in de mensen die je kende in de brieven die je schreef heb ik gesprokkeld en bijeengeraapt wat er van je achterbleef
en ik kleurde binnen die lijnen in gedachten jouw beeltenis nam er afstand van en zei tot mezelf dat ik je helemaal niet miste
maar nu wordt het weer langzaam licht een zacht vergeven ontwaakt jij komt naar voren uit de nacht als een roman die ik ooit eerder las zo vertrouwd, zo gewoon je bent precies zo zoals ik je vergeten was
ze zeggen dat je pas weet wat je mist als ze weg is, als ze er niet meer is en die liedjes blijven galmen, tot je vergeten bent en haar niet meer kent
nu wordt het weer langzaam licht een zacht vergeven ontwaakt jij komt naar voren uit de nacht als een roman die ik ooit eerder las zo vertrouwd zo gewoon je bent precies zo zoals ik je vergeten was
en bij het gloren van de ochtend schets ik de jongen die ik ben neem er afstand van en schrik even nu ik jou in mezelf herken