refr.: Als m'n Manometer goed staat Weet ik wel dat alles goed gaat En als je net als ik de stoomwet hebt gelezen Dan hebje van explosies niks te vrezen Daarom slaap ik nu na al m'n klussen Met de stoomwet onder m'n kussen Dan krijg ik alleen nog maar een mooie droom Van stoom stoom stoom
Als ik soms eens ak'lig droom Is het van stoom stoom stoom (Nou jongen dat is je vak toch) Dan leg ik zwetend in m'n bed Heb ik de stoomkraan uitgezet (had-see) Staat m'n peilglas wel op peil (welja) Anders gaat ik voor de bijl (ben je gek Eduard) Heb 'k morgen geen gezeur (ben je gek) Met m'n regulateur (Hoe kom ie daar nou bij 't is een knap stukkie werk hoor)
refr.
Sta ik bij m'n caroussel Trek ik jolig aan de bel (En m'n broer kan jolig wezen hoor) Roep ik hup daar gaan we weer Is die caroussel wel safe (toe nou) Loopt de zaak niet helemaal scheef (Eduard je bent om zwartkijker) Krijg ik straks geen trammelant (ben je gek) Kwaaie stukken in de krant (Jongen wees toch niet zo pessimistisch, laten we toch vrolijk wezen Hup boeren, burgers en buitenlui, maak een rondje met de caroussel Ja daar gaan we hoor)