Een karretje langs de zandweg reed De maan was helder, de weg was breed De voerman zat te suffen Hij zag niet op en hij keek niet rond Hij wist niet hoe 't met de wereld stond Hij zag geen crisis en geen gevaar Hij at en hij dronk en hij dutte maar Hij nam ellende en angst voor lief Want hij was erg conservatief Hij had aan de armoe van anderen lak Hij leefde slechts voor zijn eigen zak Hij zei: "Zeur niet dat het anders moet Want zoals het is, is het altijd goed" Ik wens hem wel thuis, die vrind, die vrind Ik wens hem wel thuis, die vrind
Een karretje reed langs berg en dal De maan werd donker, de weg werd smal Toen werd het overrompeld De voerman week naar Engeland De teugels kwamen in nazi-hand Er werd van bodem en bloed gebrald En wie niet meedeed werd neergeknald De eer en de trouw werden zwaar onteerd Er werd gebrandschat, gedeporteerd Men stal en roofde en pleegde moord Sadistisch, zoals dat bij nazi's hoort De nieuwe voerman vergoot ons bloed De nieuwe orde is o zo goed Dat zei hij wel leuk, die vrind, die vrind Dat zei hij wel leuk, die vrind
Het karretje reed op een afgrond aan En al wie er in zat zou zijn vergaan Als er niet was gestreden Maar in de kar werd goed opgelet; Verzet is het enige wat ons redt Er werd gestaakt en gesaboteerd Gedoken en springstoftechniek geleerd Geworsteld in partisanen-strijd En illegale lectuur verspreid De mof beet daarop zijn tanden stuk Zo vocht het volk voor zijn geluk En liep de kar ook gehavend door Het volk hield haar in het goede spoor Eens komt het weer thuis, mijn vrind, mijn vrind Eens komt het weer thuis, mijn vrind
Het karretje keerde behouden weer Maar toen had het eig'lijk geen voerman meer Waar mag hij zijn gebleven 'k Wed dat je hem op zijn zetel vindt En dat hij gewoon weer opnieuw begint Al had hij 't vroeger ook eeuwig mis Hij doet of hij uitgeslapen is Wat 't volk gedaan heeft was goed en raak Regeren is echter regeringstaak Het volk dat streed heeft daarvan geen weet Laat mij het weer doen, als ik vroeger deed Bij een goede weg en een lichte maan Zal 't met Gods hulp wel beter gaan Hij voelt zich weer thuis, die vrind, die vrind Hij voelt zich weer thuis, die vrind
Het karretje rijdt, maar vraag niet hoe De mensen zijn dat gehobbel moe Zij willen wel wat anders Het paard is verouderd en ondervoed En kan niet lopen zoals het moet Aan alle vier benen hangt log en zwaar Een bureaucratische ambtenaar De wielen werden, dat is verkeerd Met een soort reactiestroop gesmeerd Het volk schreeuwt: dat duurt te lang Wij brengen die kar wel zelf op gang Wij willen verder, vooruit, vooruit En kiezen wel zelf een voerman uit Dan komen wij thuis, mijn vrind, mijn vrind Dan komen wij thuis, mijn vrind