Praat me niet van de zon En van hemelen-blauw Want ik walg van de zon Ik min de najaarskou Een zomerlucht kan ik niet luchten Eens bracht Donar, de god Op zijn bliksemend paard Mij in vurige vaart De liefste vrouw op aard' Dus waarom zou ik Donar duchten
't Was november en nacht En een donderse bui Liep met knett'rende kracht Te pletter op mijn pui Een machtig vuurwerk ging beginnen Dol van angst, grauw van kleur Liep mijn buurvrouw op straat En ze kwam aan mijn deur Gekleed in nachtgewaad Ze riep: "Ach buurman, laat mij binnen!"
"Ik ben bang als een muis Voor het dreigende zwerk En mijn man is niet thuis Mijn man doet overwerk Verdrietig is het zakenleven Want mijn man reist in blik- Semafleiders en gaat Dus op pad als de blik- Sem uit de wolken slaat En dan zit ik alleen te beven!"
En ik dacht: Benjamin Franklin was een genie En ik haalde haar in En nam haar op mijn knie De liefde heeft haar vrees verdreven Brave buurman, jouw vak Was bescherming van 't dak Zeg me, waarom vergat Je dan je eigen plat Dat was de blunder van je leven
Maar toen Donar verdween Op zijn steigerend ros Maakte zij zich meteen Weer uit mijn armen los En vluchtte t'rug naar eigen woning En ze zei: "Als de lucht Weer door vuur wordt gekliefd En de stormwind weer zucht Troost mij dan alsjeblieft Je weet, er wacht je een beloning!"
Na dat bliksemse uur Keek ik vaak naar de lucht En beschouwde vol vuur De kleinste wolkenvlucht Ik liep van onweersweer te dromen Ik schoot blij in de lach Als 'k een cumulus zag En ik voelde me week Als 'k naar een circus keek Maar zij is nooit meer t'rug gekomen
Want die avond dat ik Haar een liefdesdroom vlocht Had haar man al zijn blik Met ferme winst verkocht Zodat hij kon gaan rentenieren En hij voerde haar prompt Naar dat stomme gebied Waar God Donar nooit komt En waar het nimmer giet En waar je nooit de storm hoort gieren
Prince van Bliksem en Kou Blaas mijn klagelijk lied Naar die angstige vrouw Daar in dat warm gebied Daar aan die domme, droge stranden Zeg haar dat in mijn hart Nog het bliksemvuur laait En dat zij in mijn hart Een bloempje heeft gezaaid Een fakkelbloem die daar blijft branden