Ik ging een dagje naar de stad Of schoon ik er niks te zoeken had Toen vond ik daar mijn grootste schat Een engel en ze had
Een wipneus en een kersenmond (kersenmond, kersenmond) Ze had een wipneus en een kersenmond En wangen als twee appeltjes zo rond
Nooit vergeet ik deze dag Haar stem was als een lentelach Van alle meisjes die ik zag Was geen zo lief als zij met
Haar wipneus en een kersenmond (kersenmond, kersenmond) Met haar wipneus en een kersenmond En wangen als twee appeltjes zo rond
Ik wou niet laat naar huis toe gaan Maar kon die schat niet laten staan Bij het gaslicht in de laan Gaf ik haar toen een zoen op
Haar wipneus en een kersenmond (kersenmond, kersenmond) Op haar wipneus en een kersenmond En wangen als twee appeltjes zo rond
In ons huisje op de hei Daar kwamen op een dag in mei Een paar leuke kleuters bij Ze hebben alletwee
Een wipneus en een kersenmond (kersenmond, kersenmond) Ze hebben een wipneus en een kersenmond En wangen als twee appeltjes zo rond
Vijftig jaar zijn heengegaan En onze liefde bleef bestaan Op ons bankje in de laan Kijk ik nog even graag naar
Haar wipneus en een kersenmond (kersenmond, kersenmond) Naar haar wipneus en een kersenmond En wangen als twee appeltjes zo rond Wangen als twee appeltjes zo rond Wangen als twee appeltjes zo rond