Ik keerde laatst m’n wagen Op die franse autoweg Toen ik mooie dame zag Langs de kant met bandenpech. Ik hielp haar uit de nood, Ze zei : oh monsieur , merci ! Je suis une petite française En ik antwoordde : ah, oui !
In 'n klein motel met de gordijntjes stevig toe ma petite française et moi en de rest doet er niet In 'n klein motel met de gordijntjes stevig toe ma petite française et moi en de rest doet er niet
Het werd ’n hele lange nacht Vol liefde en tederheid. Maar ’s morgens was ze weg, Nu ben ik haar voor altijd kwijt.
In 'n klein motel met de gordijntjes stevig toe ma petite française et moi en de rest doet er niet In 'n klein motel met de gordijntjes stevig toe ma petite française et moi en de rest doet er niet
Ma petite française et moi Waren zo gelukkig saam. Niemand die mijn tranen ziet Door de regen op m’n raam.
In 'n klein motel met de gordijntjes stevig toe ma petite française et moi en de rest doet er niet In 'n klein motel met de gordijntjes stevig toe ma petite française et moi en de rest doet er niet