Haar naam bleek Oceaantje, Oceaantje van Gool Ik kende d'r nog, want ze was 't populairste meisje van de middelbare school Ze vroeg me of ik wat wilde drinken 't Was Oudjaarsavond en al bijna twaalf uur Ik zei toen: "Doe mij dan maar een glaasje water", maar dat vond ze wat te duur En ze lachte, en ze liet me naar d'r kijken Ik dacht: "Verdomd, je bent een Hollands natte droom"
Ik keek d'r diep in d'r ogen, die waren turquase-blauw Ik zei: "Ik heb je vroeger eig'lijk nooit zo gemogen" Zij zei: "Ik was ook niet al te gek op jou" Ik zei: "God, wat zijn we dan veranderd" En zij zei: "Ja, waar blijft de tijd" En meteen was daar 't antwoord van een gillendekeukenmeid En we klommen samen op 't dak, om naar 't nieuwe jaar te kijken 't Was als een Hollands natte droom
Ik kuste haar licht-roze lipjes Ik wenste haar een zalig nieuw jaar De omstanders werden wat sipjes Bij 't zien van 't onstaan van ons als paar Zij werden wat sip, wat jaloers, want ze dachten Dat twee van die goddelijke lijven In lange en bloedhete nachten De prachtigste liefde bedrijven (Hollands natte droom) In lang en bloedhete nachten De prachtigste liefde bedrijven (Hollands natte droom) In lang en bloedhete nachten De prachtigste liefde bedrijven (Hollands natte droom) Hollands natte droom Hollands natte droom