Ach, Pauske toch Ach, Pauske toch Gij vindt u zelf een Godje Met volop aids in Afrika Verbiedt gij het kapotje En aan de Ivoorkust, waar van honger De mensen nu creperen Opent gij een gouden basiliek Ge zult het nooit ook leren
En toch moet ik u zeggen Al valt het mij ook zwaar Voor een ding wil ik u eren Ik moet mij zeer forceren Maar inderdaad, het is waar:
Hoe ouderwets ook Zijne Heiligheid Voor ons mag zijn Hij brandde met zijn snijbrander Een gat in het 'ijzeren gordijn' En door dat gat, nog met een rafelig randje Gaf hij als opperste gezag Walesa toch een handje Een loflied op de Paus. Het is een bange droom Een man, die aids bevordert Door 't verbod op het condoom
Al haat ik ook zijn koppigheid Met abortus en de pil 't Was met diezelfde onverzettelijke taaie wil Dat hij het communisme zo kon nekken De snijbrander staat doelloos In de pauselijke vertrekken Die heeft zijn best gedaan en wordt soms afgestoft Door een hele oude non, die uit Sint Pieter sloft Die Paus, die ik soms bewonder En voor wie ik me soms diep schaam In de bijbel was er zo'n tiep. Petrus was zijn naam