O dokter, ik wil een pil voor eenzaamheid Ik heb daarvan wat last de laatste tijd Een vreemd gevoel, dat 's avonds me besluipt En door de porien zo naar binnen kruipt
De klachten van de kwaal zijn nogal vaag Ik kan niet zeggen: 't Is mijn hart, 't is mijn maag Het is een soort van geestelijke pijn Toe geef me een pil, ik wil niet eenzaam zijn
Man, als je zo ziek bent Niet de apotheek Maar ga in 't weekend Naar de discotheek Krachten gaan weer komen Bloed gaat sneller stromen Hier helpt niet de arts, hier helpt de leek
Twee grote speakers, vijfhonderd watt Het kan nog harder, hoe vind je dat? Volume zat! En heus, onder het stampen Vergeet een mens de rampen Waar 'ie mee te kampen heeft gehad En dat was dat!
Maar, als ik dan naar huis loop door de nacht Ach dokter, dan komt weer dezelfde klacht Een onbestemd gevoel, dat ik iets mis Dat alles toch, au fond, zo zinloos is
Ik voel mij in 't gigantische geheel Zo'n onuitsprekelijk machteloos klein deel Heus, zelfbeklag ligt niet zo in m'n lijn Toe geef 'n pil, ik wil niet eenzaam zijn