Een oude werkman, pover in de kleren
Valt door de gladheid in een drukke straat

Van alle kanten komen nu de mensen
Zo 't bij een ongeval gewoonlijk gaat
De oude man was hard terechtgekomen
En had zich schijnbaar nogal pijn gedaan
Want kreunend trachtte hij zich op te richten
Maar 't was niet mogelijk voor hem op te staan

Een jonge bakvis steekt haar puntig neusje
Door 't groepje volk en zegt met piepgeluid
"Wat ligt die man daar toch reusachtig zielig
Hoe houdt ie 't op die vuile stenen uit?
Wat is ie vies, wat is ie zielig smerig
Wat heeft ie een zielig-vuile kleren aan
Hoe kan een mens zo zielig blijven liggen
Hij is vast zo dronken dat hij niet kan staan"

Een sjieker type, die heel de nacht op sjouw was
En geld van and'ren met vrouwtjes heeft verteerd
Staat hikkend nog van whisky of champagne
En doet alsof 't geval hem interesseert
"Die vent die heeft bepaald te veel gedronken
Dat zulk soort volk zichzelve zo vergeet
Dat vraagt loonsverhoging, da's allemaal om te drinken
Ik zeg maar, een proleet is een proleet"

Een echte volksvrouw in d'r omslagdoekie
't Bleek gezicht omringd door slordig haar
Trekt nu partij voor de gevallen stakker
En staat direct met grove woorden klaar
"Hou jij je kop, jij gore nakkedikker
Je het zelf een flink stuk in je ribben, vent
Wat het die stumperd an jouw lefcapsones
Help liever die arme stakker overend"

Een koopman zet zijn wagentje met handel
Eerst aan de kant en komt dan dichterbij
"Wat een schlemiel, die stumperd, arme stakker
Zeg sjikkerlap, ga jij een eind opzij
Agent, kom hier, u staat zo lang te schrijven
Wat duurt dat lang met dat proces-verbaal
Sta nou maar niet eerst alles te noteren
Maar breng hem liever naar een ziekenzaal"

En in een steegje, ver van dat gebeuren
Zit een oude vrouw te wachten met haar maal
Als een onhandige diender haar komt zeggen
"Uw man die ligt voor dood in de ziekenzaal
Hij heeft twee ribben en een been gebroken
Aanstaande zondag mag je op bezoek"
En 's avonds zit de vrouw met rode ogen
Kijkt snikkend naar haar oudjes lege hoek

En als ze 's zondags, in d'r mooiste kleren
Haar man in 't kost'loos ziekenhuis bezoekt
Dan heeft men juist een ogenblik tevoren
Haar man bij de overledenen geboekt
Dat oude zwakke ondervoede lichaam
Was tegen zoveel pijnen niet bestand
En d' and're avond stond met vijftien woorden
Dat hele droeve drama in de krant