Daar sinds op de hoek aan het eind van de laan Waar dat huis en dat hek en die bomen staan Daar woont ie, daar woont ie De jongen waar ik van hou
En rijdt hij voorbij in zijn open kar Met zijn lachend gezicht en zijn haar in de war Dan duikt ie, dan duikt ie De jongen waar ik van hou
En 's avonds als het donker wordt Loopt hij een eindje om Dan tikt hij aan het raam en vraagt Of ik naar buiten kom
En lopen wij hand in hand door de laan Waar dat huis en dat hek en die bomen staan Dan zegt ie, dan zegt ie Ik ben verliefd op jou Dat zegt de jongen waar ik van hou
Daar sinds op de hoek aan het eind van de laan Waar dat huis en dat hek en die bomen staan Daar woont ie, daar woont ie De jongen waar ik van hou
En rijdt hij voorbij in zijn open kar Met zijn lachend gezicht en zijn haar in de war Dan duikt ie, dan duikt ie De jongen waar ik van hou
En 's avonds als het donker wordt Loopt hij een eindje om Dan tikt hij aan het raam en vraagt Of ik naar buiten kom
En lopen wij hand in hand door de laan Waar dat huis en dat hek en die bomen staan Dan zegt ie, dan zegt ie Ik ben verliefd op jou Dat zegt de jongen waar ik van hou